Innovatie en realisatie dicht bij elkaar
De afgelopen jaren is een groot deel van de maakindustrie vanuit Nederland en andere westerse landen verplaatst naar lage lonen landen. Maar de laatste tijd is er iets interessants zichtbaar. Low tech processen en handwerk blijven in deze landen gevestigd, maar high tech bedrijven verhuizen hun productie juist weer terug naar hun oorspronkelijke afkomst in het westen. Wat betekent dit voor Nederland? En specifiek voor de voedingsmiddelenindustrie?
De FME en VNO-NCW noemden het de vierde industriële revolutie toen zij eerder deze maand een toekomstbestendig plan overhandigden aan premier Rutte op de Hannover Messe. Bij TOP hebben wij het liever over de zesde cyclus van Kondratief. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat het speelveld aan het veranderen is, en dat dit bedreigingen, maar ook kansen biedt voor de Nederlandse high tech industrie.
Een maakindustrie is noodzakelijk voor een gezonde economie van een welvarend land. Een 100% diensteneconomie is niet haalbaar, want bedenken (innovatie) en maken (realisatie) van complexe high tech systemen horen dicht bij elkaar, en zijn niet effectief wanneer deze fysiek gescheiden zijn. Het bedrijf Boeing heeft zijn ingenieurs weer verplaatst naar de productievloer, in het hart van de manufacturing, en ook andere high tech bedrijven volgen.
De verschuiving van de high tech maakindustrie is een enorme kans voor de Nederlandse economie. Zodra wij als innovatieland ons gaan focussen op DOEN en implementeren op de werkvloer, wordt Nederland een aantrekkelijk land om te vestigen voor de high tech industrie. Met de hoog aangeschreven technische opleidingen in Nederland, hebben we potentieel de beste ingenieurs in handen die cruciaal zijn voor de high tech maakindustrie.
Specifiek voor de voedingsindustrie biedt dit ook kansen. Met de huidige en toekomstige uitdagingen van de voedselproductie zijn high tech oplossingen onmisbaar. Denk hierbij aan high tech machines om nieuwe generatie vleesvervangers te produceren, om producten langer vers te houden en om reststromen te scheiden. Het gaat hier niet alleen om de ontwikkeling van deze technologieën maar ook om de implementatie hiervan op de productievloer.
Door Wouter de Heij