Van klein naar groot naar klein

Onze aarde bestaat ongeveer 4,5 miljard jaar. Het gros van deze tijd waren er alleen maar kleine eencelligen en plantjes. De huidige mens is pas 200.000 jaar oud. Na ongeveer 150.000 jaar (dus 50.000 jaar geleden) in midden Afrika als jager verzamelaar geleefd te hebben, besloten wij moderne mens de rest van de wereld in te trekken. Er waren overigens op dat moment 1000 keer minder mensen op deze aarde dan nu: maar enkele miljoenen. 12.000 jaar geleden besloten we dat jagen en verzamelen minder effectief was landbouw bedrijven. Via Egypte en de oude Grieken 3000 jaar geleden, naar het Romeinse rijk. De donkere middeleeuwen eindigden in de vroeg moderne tijd (zo’n beetje toen Columbus Amerika herontdekte), die doorliep tot de negentiende eeuw. 200 jaar geleden (vanaf de start van de industriële revolutie) veranderde alles.

We hebben sinds die tijd 5 grote economische bloeiperiodes gekend. Ze worden cycli van kondratief genoemd, en de crisis waarin we sinds 2008 aanbeland zijn, kenmerkt de grote transitie waarin we nu zitten. Niks geen ‘plotselinge’ ellende, gewoon voorspeld door grote denkers. Cycli die dus steeds sneller gaan. De drijvende kracht achter deze cycli is technologie en de die wordt weer gevoed door onze intelligentie en creativiteit. Onze creativiteit zorgt dus voor technologie, en dit zorgt voor veranderingen die steeds sneller gaan. Het mechanisme van technologieontwikkeling is machtig interessant. Door informatie en kennis verlopen deze ontwikkelingen steeds sneller, maar ondertussen altijd wel weer volgens een vast patroon.

Dat patroon ziet er grosso modo als volgt uit. Een uitvinder of innovator combineert twee (technische) fenomenen (of laat zich inspireren door twee zaken uit de natuur) en is zo intrinsiek gemotiveerd voor zijn ‘idee’ dat het idee uitgewerkt moet worden tot een (klein) prototype. De basis van innovatie is dus “een Neue Combination” (Schumpeter).

Als een uitvinder met een nieuw creatief idee het lef en de moed heeft om er iets aan te doen, dan volgt dus de prototype fase. Zo gauw er een prototype is, dan is het zaak om deze te tonen (nadat deze is beschermd) aan potentiële gebruikers. Vaak zie je dat een technologie een middel is om een toepassing (of applicatie) te maken, in dat geval moet de toepassing of applicatie getoond worden aan de potentiele klant of gebruiker.
Dit is eng. Dit is namelijk de fase dat er kritiek kan komen op het ‘kindje’ en de uitvinder is daar niet altijd even happy mee. Goed luisteren en rationeel beoordelen of die kritiek nuttig is en dan bijsturen is het algemene management-advies. Deze manier van werken wordt agile genoemd en verloopt via de interactie met derden (de omgeving). De fase naar een prototype en de lancering en bekendmaking bij gebruikers is overigens een fase die prima met subsidie of innovatieleningen gestimuleerd kan worden.

In de praktijk wordt een prototype na succes en interesse van potentiële gebruikers heel snel opgeschaald. Dus van klein wordt het snel heel erg groot. Maar in deze fase wordt deze nieuwe technologie nog steeds maar weinig gebruikt. De technologie blijft daarom (ook op grote schaal) duur en wordt daarom beperkt gebruikt. Een nieuwe technologie heeft zelden een kostenvoordeel en daarom moet er vooral gestuurd worden op andere (kwaliteit, gemak, gezondheid) voordelen. Voorbeelden hiervan zijn de mainframe computer of grote MRI-scanners. Relatief weinig ‘klanten’ en zeer dure apparatuur. Grote en dure technologie ontwikkelen is een fundamenteel ander ‘spel’ als de ontwikkeling van massa consumentenproducten zoals Samsung of Philips doet.

En dan komt het. We zijn er nog niet. Grote dure technologie wordt daarna pas weer kleiner en goedkoper. 25 jaar geleden werkten we nog op mainframe computers met domme terminals. Pas daarna kwamen de personal-computers, en door verdere verkleining hebben we nu allemaal een supercomputer op zak in de vorm van een smartphone. Technologie ontwikkelt zich dus niet gradueel, maar eerder disruptief volgens het mechanisme:

idee -> prototype -> grootschalige 0-serie -> verkleind en gedistribueerd voor de consument

In voedseltechnologie is dit niet anders. Eerst een prototype en enkele gebruikers, daarna gelijk door naar de industrie (eerst MKB), dan doorgroeien naar zeer grootschalig industrieel (bijvoorbeeld Unilever) en daarna weer downgraden naar horeca, en uiteindelijk komt alles bij ons thuis in de keuken. Technologie ontwikkelt zich van een monopolie van en voor enkelen, naar een democratie voor en van ons allemaal. Best sociaal eigenlijk.

Gedurende de laatste fase van de levensloop van technologie neemt het aantal klanten exponentieel toe. Eerst maar een paar (de innovators) en uiteindelijk wordt het een massamarkt waarbij alle consumenten voor een redelijke prijs ook de technologie thuis kunnen krijgen. Een ieder die dit projecteert op voedseltechnologie, kan nu al een roadmap maken voor de toekomst. Voedselprinters gaan daar zeker in passen, maar ook de freshcube en de qooker zijn voorbeelden hiervan. En hoe meer ‘apparaten’ en ‘machines’, hoe meer gebruikers. En hoe meer gebruikers, hoe meer toepassingen bedacht worden. Ook hier weer exponentiele verandering. Gaaf en verontrustend tegelijkertijd. Het is niet te stoppen.

Is het eindpunt voor alle technologie klein en gedistribueerd? Nee, er zijn uiteindelijk twee mogelijkheden die als laatste stap ingezet worden. Het ‘vernetten’ van de gedistribueerde technologie (denk aan internet waarbij de smartphones een knooppunt zijn in een chaotische groot netwerk), of de technologie sterft uit doordat er een nieuwe disruptieve technologie de oude technologie wegvaagt. De komende tientallen jaren gaan niet alleen computers (internet), wegen en energie (smartgrid) gedistribueerd en vernet worden.

Ook binnen het eetsysteem zal dit gaan gebeuren. Gedistribueerde fabrieken die in netwerken werken. Dicht bij de consument (die het zelf ‘maakt’) of in supermarkten 2.0. Ja, ik zie in de toekomst dat supermarkten een netwerk van ‘kleine fabriekjes’ gaan worden. Niks geen handel of vastgoed. Gewoon maken, dicht bij de consument. Voor high-tech ondermers en innovators liggen hier de kansen. In 2014 start de echte lente die het startpunt wordt van de 6e cyclus van kondratief.

Klein is het nieuwe groot. Gedistribueerd en vernet dat wel. Een volledige integratie van veel kleine productie (technologie), fysiek (logistiek) en digitaal verbonden. We zijn allen in beweging, we blijven versnellen, en dus nu aan de slag en #DOEN.

– Door: Wouter de Heij